Houdstervennootschappen en btw – nieuw beleid Belastingdienst

15 april 2025

Binnenkort treden twee besluiten van de Staatssecretaris in werking met (nieuw) beleid dat voor iedere houdstermaatschappij gevolgen kan hebben waar het de btw-positie betreft.

Beleid inzake opname holding in een fiscale eenheid btw

Houdstermaatschappijen die gelet op hun activiteiten geen btw-ondernemer zijn, kunnen op verzoek toch opgenomen worden in een fiscale eenheid voor de btw. Dit is het geval indien zij een sturende en beleidsbepalende functie hebben in de groep waar zij deel van uitmaken. Het is goed op te merken dat deze mogelijkheid in essentie al sinds de vorige eeuw bestaat, maar met het vervallen van een oud besluit (de zogenaamde Houdsterresolutie) wordt deze – nu enigszins verruimde – goedkeuring opgenomen in het besluit inzake de belastingplicht voor de btw. Voordeel van opname in een fiscale eenheid is dat in veel gevallen btw-aftrek op kosten kan bestaan die er zonder fiscale eenheid niet zou zijn. Dit (ver)nieuw(d)e beleid geldt per 1 juli 2025.

Hier treft u de link aan voor het nieuwe besluit:

Staatscourant 2024, 38545 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen

 

Beleid inzake aftrek btw bij onder meer transactiekosten

In een vernieuwd besluit wordt nieuw beleid opgenomen voor de aftrek van btw op kosten die opkomen in verband met handelingen inzake aandelen. Denk bijvoorbeeld aan btw op transactiekosten bij de aankoop en/of de verkoop van een deelneming. Voor houdstervennootschappen die btw-ondernemer zijn, is de btw aftrek op kosten in verband met het verwerven, houden, uitgeven en vervreemden van aandelen geen automatisme. Het is daarom van belang op tijd de juiste acties te nemen om de aftrek zoveel mogelijk veilig te stellen. De algemene teneur van het besluit is dat er eerder minder dan meer verrekening van btw kan plaatsvinden. Zo was in het oude beleid opgenomen dat voor een holding – die ook diensten tegen vergoeding verrichtte aan haar dochter – die de aandelen in haar dochter verkocht, de verkoopkosten in beginsel deel uitmaakten van de algemene kosten. Hierdoor was de btw pro rata parte aftrekbaar. Onder het nieuwe beleid is dit niet meer vanzelfsprekend, veel eerder zal sprake zijn van kosten die direct samenhangen met de verkoop waardoor mogelijk vaker geen aftrek van btw mogelijk is. In het oude beleid was het ook duidelijker weer gegeven dat de verkoopopbrengst van de deelneming normaliter niet meegenomen hoefde te worden in de pro rata berekening, in het nieuwe besluit lijkt dat dat meer opengelaten.

Ook dit nieuwe beleid gaat in per 1 juli 2025 en is te vinden in het besluit “Aftrek van omzetbelasting”.

Hier treft u de link aan voor het nieuwe besluit:

Staatscourant 2024, 38540 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen

Wij raden aan om vóór de inwerkingtreding op 1 juli 2025 de gevolgen van de nieuwe btw-besluiten voor uw onderneming in kaart te brengen. Mocht u naar aanleiding van het voorgaande vragen hebben, aarzelt u dan niet contact met ons op te nemen.

 

Deel bericht